[D] [G] [A] [D] [E] [A] [Asus4] [A]
e|---2-------2-------3-------0-----------2-------2---0----------------0--0----------|
B|-------3-------3-------3-------2-----------3-------------0----------2--3-----2----|
G|-2---2---2---2---0---4---0---2---0---2---2---2---2----1-----1----------------2----|
D|---0-------0-----------------------0-----------0---2------------------------------|
A|---------------------------0------------------------------------0-----------------|
E|-------------------3--------------------------------------------------------------|
VERSE 1
De [D]wijk wordt gesaneerd en de [G]huizen moeten [A]plat
En de [D]mensen staan te kijken en ze [E]zeggen: [E7]"Zie je [A]dat"
In die [D]ouwe afbraakwoning woont toch [G]nog een heel ge[A]zin
Stel je [F#]voor, zo'n vochtig [Bm]huis, nou ja, wat [E]zien ze [A]daar nu [D]in
Kijk, dat [G]stel is amper [C]twintig en die [F]hebben al een [Bb]kind
Nou, die [E]denken zeker [Am]dat ze kunnen [F]leven van de [G]wind
En dan [D]knikken ze te[A]vreden, en dan [D]gaan ze gauw naar [A]huis
Naar hun [D]baan en naar hun [G]auto, naar de [D]tele[A]visie [D]thuis
VERSE 2
Het [D]waren slechte huizen en ze [G]woonden clandes[A]tien
Ze [D]hadden daar geen licht en ook geen [E]water [E7]boven[A]dien
Maar ze [D]waren daar gelukkig met vier [G]muren en een [A]dak
Verder [F#]hadden ze aan [Bm]luxe en aan [E]dure [A]meubels [D]lak
Maar het [G]huis moet afge[C]broken want er [F]komt een groot kan[Bb]toor
Het ge[E]zin staat nu op [Am]straat, maar ja, [F]het geld gaat altijd [G]voor
En dat [D]kan je makk'lijk [A]zeggen in je [D]eigen mooie [A]huis
Met je [D]baan en met je [G]auto, bij de [D]tele[A]visie [D]thuis
VERSE 3
Ook al [D]waren ze nu dakloos, 1 ding [G]hadden ze ge[A]leerd
Om ge[D]woon te mogen leven moet je [E]eerst ge[E7]regis[A]treerd
Eerst een [D]huis en dan pas trouwen, dus dan [G]moet je een paar [A]jaar
Enkel [F#]vriend'lijk en ge[Bm]laten zitten [E]kijken [A]naar el[D]kaar
Als je [G]dan het wachten [C]moe bent en er [F]komt dan toch een [Bb]kind
Moet je [E]zien dat je dan [Am]zelf maar iets om [F]in te wonen [G]vindt
Want de [D]mensen roepen: "[A]Schande", en ze [D]blijven veilig [A]thuis
En bes[D]preken de pro[G]blemen op de [D]tele[A]visie[D]buis
VERSE 4
En 't [D]gezin trekt dan weer verder naar een [G]and're afbraak[A]buurt
En ze [D]worden na een tijdje dan ook [E]daar weer [E7]uitge[A]stuurd
En [D]sta je met je meubels en je [G]kind dan weer op [A]straat
Dan [F#]zal het niet veel [Bm]helpen als je [E]je be[A]klagen [D]gaat
Want [G]als je dan die [C]ambtenaren [F]op de toestand [Bb]wijst
Dan [E]zeggen ze: "Het [Am]spijt me, u staat [F]achter aan de [G]lijst"
En dan [D]denken ze te[A]vreden aan hun [D]eigen mooie [A]huis
Aan hun [D]baan en aan hun [G]auto, aan de [D]tele[A]visie [D]thuis
e|---2-------2-------3-------0-----------2-------2---0----------------0--0----------|
B|-------3-------3-------3-------2-----------3-------------0----------2--3-----2----|
G|-2---2---2---2---0---4---0---2---0---2---2---2---2----1-----1----------------2----|
D|---0-------0-----------------------0-----------0---2------------------------------|
A|---------------------------0------------------------------------0-----------------|
E|-------------------3--------------------------------------------------------------|
VERSE 1
De [D]wijk wordt gesaneerd en de [G]huizen moeten [A]plat
En de [D]mensen staan te kijken en ze [E]zeggen: [E7]"Zie je [A]dat"
In die [D]ouwe afbraakwoning woont toch [G]nog een heel ge[A]zin
Stel je [F#]voor, zo'n vochtig [Bm]huis, nou ja, wat [E]zien ze [A]daar nu [D]in
Kijk, dat [G]stel is amper [C]twintig en die [F]hebben al een [Bb]kind
Nou, die [E]denken zeker [Am]dat ze kunnen [F]leven van de [G]wind
En dan [D]knikken ze te[A]vreden, en dan [D]gaan ze gauw naar [A]huis
Naar hun [D]baan en naar hun [G]auto, naar de [D]tele[A]visie [D]thuis
VERSE 2
Het [D]waren slechte huizen en ze [G]woonden clandes[A]tien
Ze [D]hadden daar geen licht en ook geen [E]water [E7]boven[A]dien
Maar ze [D]waren daar gelukkig met vier [G]muren en een [A]dak
Verder [F#]hadden ze aan [Bm]luxe en aan [E]dure [A]meubels [D]lak
Maar het [G]huis moet afge[C]broken want er [F]komt een groot kan[Bb]toor
Het ge[E]zin staat nu op [Am]straat, maar ja, [F]het geld gaat altijd [G]voor
En dat [D]kan je makk'lijk [A]zeggen in je [D]eigen mooie [A]huis
Met je [D]baan en met je [G]auto, bij de [D]tele[A]visie [D]thuis
VERSE 3
Ook al [D]waren ze nu dakloos, 1 ding [G]hadden ze ge[A]leerd
Om ge[D]woon te mogen leven moet je [E]eerst ge[E7]regis[A]treerd
Eerst een [D]huis en dan pas trouwen, dus dan [G]moet je een paar [A]jaar
Enkel [F#]vriend'lijk en ge[Bm]laten zitten [E]kijken [A]naar el[D]kaar
Als je [G]dan het wachten [C]moe bent en er [F]komt dan toch een [Bb]kind
Moet je [E]zien dat je dan [Am]zelf maar iets om [F]in te wonen [G]vindt
Want de [D]mensen roepen: "[A]Schande", en ze [D]blijven veilig [A]thuis
En bes[D]preken de pro[G]blemen op de [D]tele[A]visie[D]buis
VERSE 4
En 't [D]gezin trekt dan weer verder naar een [G]and're afbraak[A]buurt
En ze [D]worden na een tijdje dan ook [E]daar weer [E7]uitge[A]stuurd
En [D]sta je met je meubels en je [G]kind dan weer op [A]straat
Dan [F#]zal het niet veel [Bm]helpen als je [E]je be[A]klagen [D]gaat
Want [G]als je dan die [C]ambtenaren [F]op de toestand [Bb]wijst
Dan [E]zeggen ze: "Het [Am]spijt me, u staat [F]achter aan de [G]lijst"
En dan [D]denken ze te[A]vreden aan hun [D]eigen mooie [A]huis
Aan hun [D]baan en aan hun [G]auto, aan de [D]tele[A]visie [D]thuis
