De li[C]efde die ik me tussen ons had voorgesteld,
Was e[Em/B]euwig, jij mijn ridder op het witte paard.
[F]Trouw tot in de dood, het was me zoveel waard.
Ik wee[G]t zelfs niet of je leeft, je hebt niet opgebeld.
Het zu[C]llen weer je vrienden zijn of auto pech.
Of da[Em/B]t je had gebelt, ik was weer in gesprek.
Het no[F]g een keer proberen vind ik echt niet gek.
Ik z[G]ie het in je ogen je wilt weg.
Goed luister;
[C]Ik wil niet dat je[Em/B] liegt.
Ik wi[Am]l niet dat je me [G]bedriegt.
Ik hoor[F] de twijfel in je[Em] stem,
je houd [F]van mij maar ook van he[G]m.
Ik wil nu[C] dat je eindelijk k[Em/B]iest,
Ik wil nu [Am]weten wie verl[G]iest,
En wie je [F]kiest ik leg me ne[Em]er, ik wil al[F]leen geen [G]leugens meer.
Geen leugens meer.[C]
Vanmo[C]rgen ben ik in m'n eentje opgestaan,
Het b[Em/B]ed was leeg je bent vanacht niet hier geweest.
Je [F]zal wel weer zijn blijven hangen op een feest.
Zo g[G]aat het al een tijd ik wen er langzaam aan.
De re[C]den die je hebt voor je afwezigheid,
Is [Em/B]meestal ondoordacht en 13 in dozijn.
Ik s[F]lik ze elke keer weer,
en doorsta de pijn.
En he[G]b zo'n voorgevoel, ik raak je kwijt.
Dus vraag je;
[C]Ik wil niet dat je[Em/B] liegt.
Ik wil n[Am]iet dat je m[G]e bedriegt.
Ik hoor d[F]e tranen in je ste[Em]m,
je houd van [F]mij maar ook van hem.[G]
Ik wil nu d[C]at je eindelijk ki[Em/B]est,
Ik wil nu [Am]weten wie ve[G]rliest,
En wie je k[F]iest ik leg me ne[Em]er, ik wil a[F]lleen geen leugens m[G]eer.
Geen leugens mee[C]r.
De smoes van, gun[F] me tijd.
Is n[Em]u voorbij.
De ke[F]uze is aan jouw[G].
en als je b[F]ij me blijft, blijf [Em]dan van mij, geen spij[F]t of geen berou[G]w, geen sorry.
[C]Ik wil niet dat je [Em/B]liegt.
Ik wil ni[Am]et dat je [G]me bedriegt.
Ik hoor de [F]tranen in je ste[Em]m,
je houd van m[F]ij maar ook van hem.[G]
Ik wil nu d[C]at je eindelijk ki[Em/B]est,
Ik wil nu [Am]weten wie ver[G]liest,
En wie je [F]kiest ik leg[Em] daarbij me neer, ik[F] wil alleen geen l[G]eugens meer. (2x)
[C]Geen leugens meer...
Was e[Em/B]euwig, jij mijn ridder op het witte paard.
[F]Trouw tot in de dood, het was me zoveel waard.
Ik wee[G]t zelfs niet of je leeft, je hebt niet opgebeld.
Het zu[C]llen weer je vrienden zijn of auto pech.
Of da[Em/B]t je had gebelt, ik was weer in gesprek.
Het no[F]g een keer proberen vind ik echt niet gek.
Ik z[G]ie het in je ogen je wilt weg.
Goed luister;
[C]Ik wil niet dat je[Em/B] liegt.
Ik wi[Am]l niet dat je me [G]bedriegt.
Ik hoor[F] de twijfel in je[Em] stem,
je houd [F]van mij maar ook van he[G]m.
Ik wil nu[C] dat je eindelijk k[Em/B]iest,
Ik wil nu [Am]weten wie verl[G]iest,
En wie je [F]kiest ik leg me ne[Em]er, ik wil al[F]leen geen [G]leugens meer.
Geen leugens meer.[C]
Vanmo[C]rgen ben ik in m'n eentje opgestaan,
Het b[Em/B]ed was leeg je bent vanacht niet hier geweest.
Je [F]zal wel weer zijn blijven hangen op een feest.
Zo g[G]aat het al een tijd ik wen er langzaam aan.
De re[C]den die je hebt voor je afwezigheid,
Is [Em/B]meestal ondoordacht en 13 in dozijn.
Ik s[F]lik ze elke keer weer,
en doorsta de pijn.
En he[G]b zo'n voorgevoel, ik raak je kwijt.
Dus vraag je;
[C]Ik wil niet dat je[Em/B] liegt.
Ik wil n[Am]iet dat je m[G]e bedriegt.
Ik hoor d[F]e tranen in je ste[Em]m,
je houd van [F]mij maar ook van hem.[G]
Ik wil nu d[C]at je eindelijk ki[Em/B]est,
Ik wil nu [Am]weten wie ve[G]rliest,
En wie je k[F]iest ik leg me ne[Em]er, ik wil a[F]lleen geen leugens m[G]eer.
Geen leugens mee[C]r.
De smoes van, gun[F] me tijd.
Is n[Em]u voorbij.
De ke[F]uze is aan jouw[G].
en als je b[F]ij me blijft, blijf [Em]dan van mij, geen spij[F]t of geen berou[G]w, geen sorry.
[C]Ik wil niet dat je [Em/B]liegt.
Ik wil ni[Am]et dat je [G]me bedriegt.
Ik hoor de [F]tranen in je ste[Em]m,
je houd van m[F]ij maar ook van hem.[G]
Ik wil nu d[C]at je eindelijk ki[Em/B]est,
Ik wil nu [Am]weten wie ver[G]liest,
En wie je [F]kiest ik leg[Em] daarbij me neer, ik[F] wil alleen geen l[G]eugens meer. (2x)
[C]Geen leugens meer...