Capo: 7
[G]Als ik slenter langs de s[Gsus]traten in de sc[Am]hemer van de nacht
gluur ik d[D]oor verlichte ramen, zing ik ha[C]ast onhoorbaar z[G]acht,
[G]of ik fluit of dans een d[Gsus]ans haast zonder [Am]dat ik mij beweeg;
buiten wor[D7]dt 't alsmaar kouder, binne[C]nin voel ik me l[G]eeg;
en ik w[Am]eet wel hoe 't komt, ik heb weer h[G]eimw[D]ee.
[G]Met m'n handen in m'n mou[Gsus]wen loop ik lan[Am]gs 't lege plein
naar een p[D]lek waar ik wel woon maar waar ik l[C]iever niet wil z[G]ijn.
[G]Eenmaal in dat koude bed [Gsus]waar ik mijn drom[Am]en samenraap
denk ik aa[D7]n hoe 't is geweest, zing i[C]k mezelf maar we[G]er in slaap;
en ik w[Am]eet wel hoe 't komt, ik heb weer h[G]eimw[D]ee.
Ik w[G]il naar huis, ik wil[Gsus4] weg hier,
ik w[G]il terug naar waar i[Gsus4]k vandaan kwam,
ik w[G]il drinken en dan he[Gsus4]el langzaam naar bed,
ik w[G]il terug naar jou Am[Gsus4]sterdam!
N[Am]ooit gedacht dat ik ooit over jou z[D]inge[Dsus2]n zou,[Dsus4]
m[Am]aar als ik mag kiezen dan zing ik '[D]t li[Dsus2]efst o[Dsus4]ver jou.
[G]Er zijn steden, er zijn d[Gsus]orpen waarvan i[Am]k alle straten ken,
toch verla[D]ng ik naar een stad waar ik niet ee[C]ns geboren ben. [G]
[G]In een jaar, zo bij elkaa[Gsus]r, reis ik 't hel[Am]e land wel rond,
maar ik mo[D7]et terug naar Amsterdam, 't[C] liefst nog voor[G] de lente komt;
en ik w[Am]eet ook wel waarom, ik heb weer he[G]imwe[D]e.
[G]Als de lente komt dan stuur ik jou....
Solo: G Am D C G (2x)
En ik w[Am]eet wel hoe 't komt, ik heb gewoon[G] wee[D]r heimwee.
Ik w[G]il naar huis, ik wil[Gsus4] weg hier ,
ik w[G]il terug naar waar i[Gsus4]k vandaan kwam,
ik w[G]il drinken en dan he[Gsus4]el langzaam naar bed,
ik w[G]il terug naar jou Am[Gsus4]sterdam.
[G]Als ik slenter langs de s[Gsus]traten in de sc[Am]hemer van de nacht
gluur ik d[D]oor verlichte ramen, zing ik ha[C]ast onhoorbaar z[G]acht,
[G]of ik fluit of dans een d[Gsus]ans haast zonder [Am]dat ik mij beweeg;
buiten wor[D7]dt 't alsmaar kouder, binne[C]nin voel ik me l[G]eeg;
en ik w[Am]eet wel hoe 't komt, ik heb weer h[G]eimw[D]ee.
[G]Met m'n handen in m'n mou[Gsus]wen loop ik lan[Am]gs 't lege plein
naar een p[D]lek waar ik wel woon maar waar ik l[C]iever niet wil z[G]ijn.
[G]Eenmaal in dat koude bed [Gsus]waar ik mijn drom[Am]en samenraap
denk ik aa[D7]n hoe 't is geweest, zing i[C]k mezelf maar we[G]er in slaap;
en ik w[Am]eet wel hoe 't komt, ik heb weer h[G]eimw[D]ee.
Ik w[G]il naar huis, ik wil[Gsus4] weg hier,
ik w[G]il terug naar waar i[Gsus4]k vandaan kwam,
ik w[G]il drinken en dan he[Gsus4]el langzaam naar bed,
ik w[G]il terug naar jou Am[Gsus4]sterdam!
N[Am]ooit gedacht dat ik ooit over jou z[D]inge[Dsus2]n zou,[Dsus4]
m[Am]aar als ik mag kiezen dan zing ik '[D]t li[Dsus2]efst o[Dsus4]ver jou.
[G]Er zijn steden, er zijn d[Gsus]orpen waarvan i[Am]k alle straten ken,
toch verla[D]ng ik naar een stad waar ik niet ee[C]ns geboren ben. [G]
[G]In een jaar, zo bij elkaa[Gsus]r, reis ik 't hel[Am]e land wel rond,
maar ik mo[D7]et terug naar Amsterdam, 't[C] liefst nog voor[G] de lente komt;
en ik w[Am]eet ook wel waarom, ik heb weer he[G]imwe[D]e.
[G]Als de lente komt dan stuur ik jou....
Solo: G Am D C G (2x)
En ik w[Am]eet wel hoe 't komt, ik heb gewoon[G] wee[D]r heimwee.
Ik w[G]il naar huis, ik wil[Gsus4] weg hier ,
ik w[G]il terug naar waar i[Gsus4]k vandaan kwam,
ik w[G]il drinken en dan he[Gsus4]el langzaam naar bed,
ik w[G]il terug naar jou Am[Gsus4]sterdam.