---------------------
Tranen gelachen
Guus Meeuwis
--------------------------------------------------------------------------------
[D]Regen verpest een [G]middag in ma[D]art, ten[Bm]minste dat had ze[A] gedacht
Maar ' [D]k heb in m'n hoofd nog wat zonlicht bewaard, dus ik [G]ben de l[D]aatste die[Bm]
[A]lacht.
[D]En met zonder jas, s[G]tap ik naar [D]buiten, [Bm]begin ik m'n toc[G]ht vol goei[A]e moed
Ik moet[G] me inhouden niet te gaan f[D]luiten, zo [G]loop ik de[A] zon teg[D]emoet.
Vandaa[G]g zie ik[A] m'n vrienden van[Bm] vroeger[A], gewoon o[Bm]m te zien of er ergens iets zit
van die [G]jongens in ons die nergens om vroegen [D]die niet wilden weten wat zwart[Bm]
was of w[A]it.
REFREIN
Ik heb t[G]ranen gelachen, onno[Bm]zel gedaan en tens[G]lotte tevreden.. het l[A]icht
uitgeda [D]an. [G] [D] [G]
I[D]k word begroet met een [G]klap op m'n sch[D]ouder, hoe[Bm] is het met jou, eerste [G]grap
eerste gl[A]as.
H[D]ier in dit licht zijn we n[G]auwelijks o[D]uder,[G] even een stilte d[A]an lachen[D] we pas.
Ee[G]n voor e[A]en dr[Bm]uppelt het[A] binnen, de [Bm] mannen van toen veranderen nooit.
Maar to[G]ch is er nog zoveel nieuws te verzinnen de [D]mannen van toen [Bm]veranderen
n[A]ooit.
REFREIN
Ik heb t[G]ranen gelachen, onno[Bm]zel gedaan en tens[G]lotte tevreden.. het l[A]icht
uitgeda [D]an. [G] [D] [G]
De ste[D]rren voorspellen een o[G]chtend in m[D]aart die [Bm]fluistert de lente[A] begint
En ik [D]kan hier op dit uur geen t[G]axi meer [D]krijgen maar het [G]maakt me niet uit ...
de le[A]nte be[D]gint.
REFREIN 2x
Ik heb t[G]ranen gelachen, onno[Bm]zel gedaan en tens[G]lotte tevreden.. het l[A]icht
uitgeda [D]an. [G] [D][G]
...het lic[A]ht uitge[D]daan
Tranen gelachen
Guus Meeuwis
--------------------------------------------------------------------------------
[D]Regen verpest een [G]middag in ma[D]art, ten[Bm]minste dat had ze[A] gedacht
Maar ' [D]k heb in m'n hoofd nog wat zonlicht bewaard, dus ik [G]ben de l[D]aatste die[Bm]
[A]lacht.
[D]En met zonder jas, s[G]tap ik naar [D]buiten, [Bm]begin ik m'n toc[G]ht vol goei[A]e moed
Ik moet[G] me inhouden niet te gaan f[D]luiten, zo [G]loop ik de[A] zon teg[D]emoet.
Vandaa[G]g zie ik[A] m'n vrienden van[Bm] vroeger[A], gewoon o[Bm]m te zien of er ergens iets zit
van die [G]jongens in ons die nergens om vroegen [D]die niet wilden weten wat zwart[Bm]
was of w[A]it.
REFREIN
Ik heb t[G]ranen gelachen, onno[Bm]zel gedaan en tens[G]lotte tevreden.. het l[A]icht
uitgeda [D]an. [G] [D] [G]
I[D]k word begroet met een [G]klap op m'n sch[D]ouder, hoe[Bm] is het met jou, eerste [G]grap
eerste gl[A]as.
H[D]ier in dit licht zijn we n[G]auwelijks o[D]uder,[G] even een stilte d[A]an lachen[D] we pas.
Ee[G]n voor e[A]en dr[Bm]uppelt het[A] binnen, de [Bm] mannen van toen veranderen nooit.
Maar to[G]ch is er nog zoveel nieuws te verzinnen de [D]mannen van toen [Bm]veranderen
n[A]ooit.
REFREIN
Ik heb t[G]ranen gelachen, onno[Bm]zel gedaan en tens[G]lotte tevreden.. het l[A]icht
uitgeda [D]an. [G] [D] [G]
De ste[D]rren voorspellen een o[G]chtend in m[D]aart die [Bm]fluistert de lente[A] begint
En ik [D]kan hier op dit uur geen t[G]axi meer [D]krijgen maar het [G]maakt me niet uit ...
de le[A]nte be[D]gint.
REFREIN 2x
Ik heb t[G]ranen gelachen, onno[Bm]zel gedaan en tens[G]lotte tevreden.. het l[A]icht
uitgeda [D]an. [G] [D][G]
...het lic[A]ht uitge[D]daan