INTRO (slide naar de G vanuit de F, ook in de interludes)
[G]
VERSE 1
Voor een [G]land zonder strijd, voor een hemel zonder wolken, voor een nieuwe tijd
zou ik de [C]stad willen bevolken
met mensen [D]zonder haat of nijd.
CHORUS
Ken je dat [Bb]land, mijn aller[F]liefste,
met zijn [C]hemel van kristal?
Zon op [Bb]wijde groene [F]velden
en [G]iedere avond [C]bal,
waar wij [F]dansen.
Ken je dat [Bb]land, mijn allerliefste,
ken je dat [Eb]land zo ver van [Gm]hier?
INTERLUDE
[G]
VERSE 2
En een [G]leven van goud, zonder leugens, zonder tranen, jij die van mij houdt
zou ik [C]voeren door groene lanen,
'k had mijn [D]huis van glas gebouwd.
CHORUS
Ken je dat [Bb]land, mijn aller[F]liefste?
Geluk en [C]vrede voor altijd,
waar wij [Bb]samen kunnen [F]dwalen
zonder [G]tijd voor [C]tijd,
samen [F]dwalen.
Ken je dat [Bb]land, mijn allerliefste,
ken je dat [Eb]land zo ver van [Gm]hier?
INTERLUDE
[G]
VERSE 3
Voor de [G]zoemende zee, voor een glimlach zonder tanden, voor een nieuw idee
daar zou ik [C]jou op bei mij handen
voor willen [D]dragen met me mee.
PRE-CHORUS
Ken je dat [Bb]land, mijn aller[F]liefste?
Met dat [C]altijd groene bos,
waar al[Bb]tijd de vogels [F]zingen
en wij [G]slapen op het [C]mos.
Zonder [F]wapens, zonder [G]strijden,
zonder [C]zonden, zonder [Bb]lijden,
ah zonder [C]haat, zonder [F]nijd.
Ken je dat [Bb]land, mijn allerliefste,
ken je dat [Eb]land zo ver van [G]hier?
OUTRO
[G]Ken je dat land, ken je dat land,
o ken je dat land zo ver van hier?
Ken je dat land, mijn allerliefste,
ken je dat land?
O ken je dat land zo ver van hier?
Ken je dat land, mijn allerliefste,
ken je dat land,
ken je dat land zo ver van hier?
Ken je dat land?
[G]
VERSE 1
Voor een [G]land zonder strijd, voor een hemel zonder wolken, voor een nieuwe tijd
zou ik de [C]stad willen bevolken
met mensen [D]zonder haat of nijd.
CHORUS
Ken je dat [Bb]land, mijn aller[F]liefste,
met zijn [C]hemel van kristal?
Zon op [Bb]wijde groene [F]velden
en [G]iedere avond [C]bal,
waar wij [F]dansen.
Ken je dat [Bb]land, mijn allerliefste,
ken je dat [Eb]land zo ver van [Gm]hier?
INTERLUDE
[G]
VERSE 2
En een [G]leven van goud, zonder leugens, zonder tranen, jij die van mij houdt
zou ik [C]voeren door groene lanen,
'k had mijn [D]huis van glas gebouwd.
CHORUS
Ken je dat [Bb]land, mijn aller[F]liefste?
Geluk en [C]vrede voor altijd,
waar wij [Bb]samen kunnen [F]dwalen
zonder [G]tijd voor [C]tijd,
samen [F]dwalen.
Ken je dat [Bb]land, mijn allerliefste,
ken je dat [Eb]land zo ver van [Gm]hier?
INTERLUDE
[G]
VERSE 3
Voor de [G]zoemende zee, voor een glimlach zonder tanden, voor een nieuw idee
daar zou ik [C]jou op bei mij handen
voor willen [D]dragen met me mee.
PRE-CHORUS
Ken je dat [Bb]land, mijn aller[F]liefste?
Met dat [C]altijd groene bos,
waar al[Bb]tijd de vogels [F]zingen
en wij [G]slapen op het [C]mos.
Zonder [F]wapens, zonder [G]strijden,
zonder [C]zonden, zonder [Bb]lijden,
ah zonder [C]haat, zonder [F]nijd.
Ken je dat [Bb]land, mijn allerliefste,
ken je dat [Eb]land zo ver van [G]hier?
OUTRO
[G]Ken je dat land, ken je dat land,
o ken je dat land zo ver van hier?
Ken je dat land, mijn allerliefste,
ken je dat land?
O ken je dat land zo ver van hier?
Ken je dat land, mijn allerliefste,
ken je dat land,
ken je dat land zo ver van hier?
Ken je dat land?